Het Vloeren Woordenboek van: “De PVC Vloeren Specialist”

Uit welke soorten vloeren kunt u kiezen, wat zijn de voor- en nadelen per vloer en welke past het beste bij jou? Wij brengen het in kaart.

(G)ietvloer:

Een gietvloer, ook wel woonbeton, beton-look of cement-look genoemd, bestaat uit gladde, cementachtige of kunststof toplaag op de betonnen ondervloer. De toplaag kan in verschillende designs worden uitgevoerd, bijvoorbeeld een marmerlook of een industriële beton-look. Er is ook keuze tussen hoogglans, zijdeglans of mat.

Voordelen:

1. Slijtvast
2. Gemakkelijk in het onderhoud
3. Naadloos

Nadelen:

1. Geluid
2. Het uiterlijk moet u aanstaan

Installeren:

Dit is specialistenwerk. Een gietvloer kan op een vormvaste ondergrond worden aangelegd van steen, beton, of watervast multiplex. Afhankelijk van de ondervloer is er een bepaalde voorbehandeling nodig. Na het leggen kan een gietvloer worden voorzien van waterdichte coating van acrylaat of epoxy en anti- slip worden gemaakt.

(K)opshoutvloer:

Deze soort vloer wordt gemaakt van houten blokjes van naaldhout of eiken, waarbij het kopshout naar boven wordt aangebracht. Blokjes worden geplaatst op panelen die op de afwerkvloer worden gelijmd of de blokjes worden ter plaatse aangebracht op de vloer.

Voordelen:

1. Slijtvast

Nadelen:

1. Beperkt aantal houtsoorten leverbaar
2. Dik, dus er is kans dat deuren ingekort moeten worden
3. het installeren is bewerkelijk

Een kopshoutvloer kan met of zonder voegen worden gelegd. Bij het leggen met voeg wordt een latje tussen de blokjes gelegd om zo een naad te creëren. De naden worden later gevuld met bitumen, zoals bij scheepsdekken. Bij het leggen zonder naad worden de blokjes eerst in de lijm gedompeld of in een lijm- bed gelegd.

Afwerken:

Ter plaatse worden kopshouten vloeren gelakt, maar het kan ook zijn dat de panelen al zijn afgewerkt in de fabriek.

(K)urkvloer:

Kurk wordt gewonnen uit de bast van de kurkeik. De schors wordt gekookt, gemalen tot korrels, geperst en gebakken. Bij het bakken komt hars vrij, waardoor de korrels aan elkaar plakken. Een kurkvloer is verkrijgbaar in tegels stroken en vloerdelen van uiteenlopend afmetingen. Er is kurklaminaat en kurkparket. Het parket wordt gelijmd en het laminaat geklikt. Kurktegels zijn vergelijkbaar met lamelparket.

Voordelen:

1. Isolerend, het voelt altijd warm aan
2. Veerkrachtig en akoestisch isolerend
3. Geschikt voor elke ruimte in huis
4. leverbaar in veel kleurstellingen
5. Tegenwoordig redelijk te combineren met vloerverwarming
6. Slip- vast

Nadelen:

1. Gevoelig voor verkleuring
2. Niet verhuisbaar als de kurk verlijmd is aangebracht
3. Inloop wordt zichtbaar bij druk belopen plekken
4. Bij het niet vernissen neemt de vloer gemakkelijk vuil op
5. Indien een laklaag is aangebracht, moet deze regelmatig worden vernieuwd

Leggen:

Een kurkvloer is op elke ondergrond aan te brengen. Doorgaans wordt het kurk gelijmd, maar er zijn ook kliksystemen verkrijgbaar.

Afwerken:

Een toplaag kan, net als bij een houten vloer, bestaan uit olie, was of lak. Deze kan door de fabrikant zijn aangebracht, maar dit kan ook na het leggen worden gedaan. Een vloer met olie- of waslaag, voelt warmer aan. Volgens fabrikanten kunnen niet alle soorten kurk worden gelakt.

(L)aminaat:

Laminaatvloeren zijn niet altijd te onderscheiden van echte houten vloeren. Er zijn verschillende soorten en klassen. Laminaat bestaat uit stroken opgebouwd uit spaanplaat, MDF of HDF. Op de bovenste laag, vaak kunststof, staat een houtprint. Andere prints zijn ook mogelijk. Laminaat is 6 tot 8 millimeter dik. Laminaat is verkrijgbaar van verschillende merken en in uitlopende uitvoeringen. Zo zijn er verschillende kliksystemen, zijn er planken en tegels verkrijgbaar in veel kleuren. Laminaat kan glad zijn of met structuren in de toplaag, met gladde voegen of een v-groef, mat, zijdeglans of hoogglans. Nieuw zijn de laminaatvloeren met 3D v-groef.

Voordelen:

1. Slijtvast, er zijn verschillen klassen
2. Makkelijk te leggen
3. Behoeft weinig onderhoud
4. Niet te combineren met vloerverwarming
5. Goedkoper dan vergelijkbare houten vloer

Werkt niet onder invloed van luchtvochtigheid, maar wel door temperatuurverschillen.

Nadelen:

1. Niet bestand tegen vocht
2. Voelt altijd koud aan
3. Vaak merkbaar dat de vloer niet van echt hout is
4. Slijtage is niet te herstellen

Leggen:

Laminaat is rondom voorzien van messing en groef. Vroeger werd laminaat nog wel eens verlijmd, maar tegenwoordig is eigenlijk alleen nog maar kliklaminaat verkrijgbaar. Door de vorm van de messing en de groef klikken de planken makkelijk in elkaar, hierdoor is het eenvoudig te leggen door doe-het-zelvers. De kliksystemen zijn niet uitwisselbaar. Een kliklaminaatvloer is meteen belastbaar en kan op elke ondergrond worden gelegd. De ondervloer mag echter niet te hobbelig zijn, vandaar dat vaak eerst een isolerende ondervloer met dampwerende folie wordt neergelegd.

(L)inoleum:

Is een natuurlijk product dat is samengesteld uit lijnolie, houtmeel, kalksteen en jute. Linoleum is verkrijgbaar in stroken, tegels en banen en in allerlei kleuren en dessins. Soms zelfs met reliëf. Er bestaat ook een kliklaminaat met linoleum bovenkant.

Voordelen:

1. Natuurproduct
2. Slijtvast
3. Makkelijk schoon te houden
4. Niet te combineren met vloerverwarming
5. Vele variaties mogelijk, omdat het in elke gewenste vorm te snijden is

Nadelen:

1. Minder geschikt voor natte ruimtes, bij vocht onder het linoleum kan het loslaten
2. Vuil is goed zichtbaar op een effen gekleurde vloer

Leggen:

Een traditionele linoleumvloer leggen is specialistenwerk, want het moet op de ondergrond worden verlijmd. De ondervloer moet vlak zijn, want oneffenheden tekenen makkelijk aan het oppervlak. Het leggen van kliklaminaat linoleum is vergelijkbaar met laminaat en dus gemakkelijk zelf te doen.

(N)atuursteen:

Diverse stenen uit de natuur worden verwerkt tot vloerafwerking, zoals graniet, lavasteen, leisteen, marmer en kwartsiet. Ieder gedeelte van natuursteen is anders, dus niet alleen elke steensoort, maar ook nog eens elke steen heeft zijn eigen vorm, dikte en eigenschappen. Tegels worden vaak geïmporteerd uit Spanje, Portugal, Italie en Noord-Afrika. Tegelvloeren zijn op veel ondergronden toe te passen.

Voordelen:

1. Duurzame vloer tegen een relatief lage prijs
2. Veel keuze in motieven, kleuren en structuren
3. Gemakkelijk in het onderhoud
4. Hygiënisch
5. Ideaal in combinatie met vloerverwarming

Nadelen:

1. Voelt kouder aan dan andere harde vloeren
2. Geluid

Leggen:

Plavuizen worden recht of diagonaal gelegd. Voor het snijden van tegels wordt een tegelsnijder gebruikt. Bij hard natuursteen echter, zoals graniet, is een tafelzaagmachine nodig. Er zijn diverse legpatronen mogelijk. Een aantal manieren om natuursteen te bewerken zijn polijsten, thermisch branden en schuren.

(P)arket:

Parketvloeren zijn onder te verdelen in massief stroken parket, lamelparket en fineerparket. Wat zijn de voor- en nadelen van deze soorten parket en hoe kunt u ze het beste leggen?

Massief strokenparket:

Dit parket bestaat uit massief houten planken, met een dikte van 6 tot 24 millimeter en een breedte tot 90 millimeter. Dit parket is vaak voorzien van messing en groef. Een vellingkant is optioneel. Aan de onderzijde van massief parket kunnen lijmsleuven worden aangebracht. Het kan op verschillende manieren worden gelegd. Massieve strokenparketten worden ook wel vloerdelen genoemd.

Voordelen:

1. Kan op een houten vloer zonder ondervloer worden gelegd
2. Nagelgaten zijn bij blind nagelen niet zichtbaar
3. Het heeft een glad oppervlak, want het kan ter plekke worden geschuurd
4. Onderhoud is eenvoudig

Nadelen:

1. Direct op een balklaag gelegd, is het lawaaiig
2. Het parket kan dit zijn, dus wellicht moeten deuren worden ingekort
3. Een zwelnaad is gewenst
4. In de groeven kan vuil ophopen

Levensduur:

De dikte van de toplaag is bepalend voor de levensduur. Mits goed gelegd is een massief parket levensduur zeer lang, zelfs bij intensief gebruik. Het is aan te raden om het schuren door een vakman te laten doen.

Lamelparket:

Dit parket bestaat uit verschillende lagen. De bovenste laag is een slijtlaag van massief hout, de volgende laag is van MDF, HDF, triplex of stroken naaldhout. Aan de onderzijde is soms contrafineer aangebracht. De dikte is 6 tot 3 millimeter en de planken zijn verkrijgbaar in verschillende lengtes en diktes. De lamelparketvloer kan in de fabriek al geschuurd en afgewerkt zijn. Hierdoor zijn na het leggen de aansluitingen tussen de verschillende delen altijd voelbaar. De delen kunnen echter ook zijn voorzien van een velling (afschuining) die de naden accentueert, maar de hoogteverschillen tussen de delen verdoezelt.

Voordelen:

1. Geprefabriceerd, dus snel te leggen
2. Geschikt voor de doe-het-zelver
3. Mee te verhuizen, mits niet verlijmd
4. Eenvoudig onderhoud

Levensduur:

De toplaag is niet zo heel dik en kan twee tot drie keer worden geschuurd. Hierdoor kan het aardig lang mee, maar niet zo lang als massief parket. Schuren kan de vakman het beste doen, want als er teveel van de vloer wordt afgeschuurd is het parket verpest.

Fineerparket:

De opbouw van fineerparket komt overeen met dat van lamelparket, maar de toplaag is veel dunner: 0,3 tot 2,5 millimeter. De kruislings verlijmde onderlaag voorkomt dat het hout te veel krimpt of uitzet. De totale dikte van de planken is 6 tot 30 millimeter en de planken zijn in verschillende lengtes en breedtes verkrijgbaar.

Voordelen:

1. Geschikt voor doe-het-zelver
2. Mee te verhuizen

Nadelen:

1. Ondervloer moet vlak zijn, anders is de vloer lawaaiig
2. Naden blijven niet altijd vlak
3. Door de dunne toplaag kan het parket niet worden geschuurd
4. Vervangen van een beschadigd deel is lastig
5. Een zwelnaad rondom is nodig
6. Gevoelig voor krimpen en zwellen, dus het te leggen oppervlak is beperkt

Parket leggen:

Een zwevende vloer wordt los gelegd en maakt gebruik van messing en groef om de delen bij elkaar te houden. De delen kunnen aan elkaar gelijmd of geklikt worden.
Een vaste vloer wordt aan de ondervloer gelijmd of genageld.

Lijmen:

Wordt op een houtachtige ondergrond toegepast, of direct op beton.

Nagelen:

Kan alleen bij vloerdelen met een messing en groef en tapis-parket. Het nagelen is onzichtbaar te doen in de groef. Bij tapis-parket is het wel zichtbaar.

Los verlijmen:

De messing en groef worden aan elkaar vast gelijmd. De afwerkvloer ligt dan los op de ondervloer.

Klikken:

De messing en groef hebben een bijzondere vorm, waardoor de delen aan elkaar geklikt worden en zo aan elkaar blijven zitten. Lijmen of nagelen is dan niet nodig. Dit wordt toegepast bij lamel- of fineerparket, bij laminaatvloeren is het vrijwel standaard.

Tapis:

Massief parket van dunnere plankjes zonder messing en groef, die op een houtachtige ondergrond worden gelijmd.

Voordelen:

1. De vloer wordt ter plaatse geschuurd en gelakt (glad oppervlak)
2. Er zijn weinig voegen nodig om het werken op te vangen
3. Er zijn veel verschillende patronen mogelijk
4. Duurzaam

Nadelen:

1. De nagelgaatjes worden afgewerkt, maar blijven enigszins zichtbaar
2. Het leggen is arbeidsintensief en duur
3. Omdat tapis vaak direct op de ondergrond wordt gelegd ontstaat er meer geluid
4. Niet mee verhuisbaar

Mozaïekparket:

Strookjes worden aan elkaar gelijmd in de fabriek tot vierkantjes van 135 bij 135 of 165 bij 165 centimeter. Deze vierkantjes worden weer om en om in grotere delen gelijmd, waardoor er een dambordeffect wordt gecreëerd. De panelen worden op de ondergrond gelijmd en ter plaatse afgewerkt. Ze kunnen ook in de fabriek worden afgewerkt, waar ze messing en groef krijgen.

Voordelen:

1. Geen nagels nodig voor bevestiging
2. Beschadigingen zijn relatief eenvoudig te repareren
3. Leggen gaat vrij snel
4. Grote aaneengesloten vlakken mogelijk zonder krimpnaden

Nadelen:

1. In vergelijking met tapis zijn er minder combinaties mogelijk
2. Ondergrond moet zeer vlak zijn
3. Op een houten draagconstructie is een ondervloer noodzakelijk
4. Het wordt vastgelegd, dus mee verhuizen is niet mogelijk

Bourgogne:

Wanneer planken van verschillende lengtes en breedtes door elkaar worden gelegd, wordt dit Bourgogne genoemd.

(S)iergrind:

Er zijn verschillende benamingen voor een vloer die is gemaakt van kleine steentjes gemengd met transparante epoxyhars: siergrind, korreltapijt, interieurgrind, natuursteentapijt. Diverse grindsoorten kunnen de basis vormen voor de grindvloer en daardoor is het mogelijk om te kiezen uit vele soorten (natuur)tinten, maar ook fellere kleuren en metallic, zijn mogelijk.

Voordelen:

1. Slijtvast
2. Goed combineerbaar met vloerverwarming
3. Bijzonder uiterlijk

Nadelen:

1. Kostbaar
2. Zonder vloerverwarming voelt het koud aan

Leggen:

Zelf leggen is niet mogelijk. Een vakman moet een siergrindvloer leggen. Siergrind kan vooral goed worden gelegd op een egale betonnen ondergrond, maar het kan ook op watervast multiplex. Er is dan wel voorbehandeling nodig met een primer. Na het leggen van de vloer moet de hars uitharden. Na 24 uur is de vloer beloopbaar en na 48 uur belastbaar.

(V)inyl – PVC vloer:

Vinyl is een kunststof dat door middel van weekmakers soepel en zacht gemaakt wordt. Het is erg slijtvast en is verkrijgbaar per strekkende meter van de rol of als tegels. Het wordt verlijmd op een goed egale ondervloer. Naast deze gladde variant is er ook een ‘geweven’ vinyl. Er zijn veel dessins met opdruk van hout, parket, plavuizen en grindtegels. Sommige vinylsoorten hebben zelfs een houtprint met voelbare nerven. De levensduur is afhankelijk van de dikte, de toplaag en de stevigheid van de onderlaag. Een extra beschermlaag verhoogt de kras- en slijtvastheid. Het is simpel te onderhouden: stofzuigen en dweilen.

Voordelen:

1. Relatief goedkoop
2. Waterbestendig
3. Makkelijk schoon te houden
4. Voelt warm en soepel aan
5. Geluiddempend
6. Enorme variaties in dessins

Nadelen:

1. Grote kwaliteitsverschillen (laat u goed voorlichten)

Leggen:

Zelf leggen is goed mogelijk, maar u moet wel goed kunnen omgaan met een tapijtsnijder. Kleine oppervlaktes kunnen ook los gelegd worden. Het leggen van grote oppervlakken is een werk voor de vakman.

(V)loerdelen:

Massieve houten vloerdelen die breder zijn dan 90 millimeter heten vloerdelen. Smallere vloerdelen heten strokenparket. Deze zijn rondom voorzien van messing en groef. Brede planken vloeren zijn er in vele houtsoorten, van zacht tot hard.

Voordelen:

1. Kan lang mee
2. Isoleert goed
3. Natuurlijke uitstraling

Nadelen:

1. Niet (zo) geschikt in combinatie met vloerverwarming
2. Indien afgewerkt met was of olie, is onderhoud regelmatig nodig
3. Hout krimpt en zet uit
4. Niet elke soort is geschikt voor de doe-het-zelver
5. Kan afhankelijk van het houtsoort duur zijn

Afwerken:

Schuren is niet noodzakelijk, maar het kan wel. Afwerken en onderhouden kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld aflakken, in de was te zetten of oliën. De planken kunnen worden afgewerkt in glans, zijdeglans, mat of met kleureffecten. Soms zijn de vloeren al afgewerkt in de fabriek.

Leggen:

Tot en met 180 millimeter is het mogelijk om vloerdelen zwevend te leggen. Bredere planken kunnen makkelijker kromtrekken in zijwaartse richting. Als de kamer breder is dan 6 meter, dan is het verstandig om een dilatatievoeg te hanteren om te voorkomen dat de vloer kromtrekt bij uitzetten en er kieren ontstaan bij krimpen. De ondervloer kan een dampdichte isolatiefolie of een geluidsreducerende ondervloer zijn, maar ook een warmte-isolerende laag van tempex bevatten. Een zwevend gelegde vloer zal altijd wat blijven werken op de wisselende luchtvochtigheid van de ruimte. En als de ondervloer niet egaal is, dan is dit te merken aan de afwerkvloer. Deze kan dan wat veren.

Let op:

Niet alle houtsoorten kunnen zwevend gelegd worden. Zo zijn bijvoorbeeld beuken en esdoorn gevoeliger voor werken onder invloed van luchtvochtigheid. Deze houtsoorten kunnen beter verlijmd of blind genageld worden.